Strafprocesrecht Opdrachten Wg 7 - Week 43 Beraadslaging, vonnis en motivering Literatuur en - Studeersnel (2025)

Vak

Kernvak strafrecht II (RGBK00660)

161Documenten

Studenten deelden 161 documenten in dit vak

Universiteit

Universiteit Utrecht

Studiejaar: 2014/2015

Geüpload door:

Universiteit van Amsterdam

0volgers

10Uploads19upvotes

Aanbevolen voor jou

  • 30Aantekeningen Strafrecht II, college 1-6Kernvak strafrecht IICollege-aantekeningen100%(12)
  • 5College-aantekeningen, college 2 Strafrecht IIKernvak strafrecht IICollege-aantekeningen100%(1)
  • 22College-aantekeningen, Strafrecht II, college 1 - 7Kernvak strafrecht IICollege-aantekeningen100%(1)
  • 27Het Nederlands Strafprocesrecht Hoorcolleges Kernvak Strafrecht IIKernvak strafrecht IICollege-aantekeningen100%(1)
  • 34College-aantekeningen Strafrecht 2 - College 2 t/m 7Kernvak strafrecht IICollege-aantekeningen100%(1)

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Andere studenten bekeken ook

  • Kernvak strafrecht II - week 1
  • Kernvak strafrecht II Hoorcollege week 1
  • College-aantekeningen, colleges 3-4
  • College-aantekeningen, colleges 5-6
  • College-aantekeningen, college 1
  • Aantekeningen Strafrecht II, college 1

Gerelateerde documenten

  • Aantekeningen Strafrecht II, college 1-6
  • College-aantekeningen Strafrecht 2 - College 2 t/m 7
  • Het Nederlands Strafprocesrecht Hoorcolleges Kernvak Strafrecht II
  • College-aantekeningen, Strafrecht II, college 1 - 7
  • College-aantekeningen, college 2 Strafrecht II
  • SR2 week2 aantekeningen

Preview tekst

Week 43

Beraadslaging, vonnis en motivering

Literatuur en jurisprudentieCorstens/Borgers 2014: Hoofdstuk XVI, par. 1-11, par. 12 (alleen p. 842-860), par. 13-17 (m.u. p- 872)Werkboek: Schema beslissingen en einduitspraken, met toelichtingJurisprudentiebundel: HR 5 februari 1980, NJ 1980, 342 (Heroïne in de dakgoot) HR 27 januari 1998, NJ 1998, 404 (Orthopedisch schoenmaker) HR 11 april 2006, NJ 2006, 393 (Hennepkwekerij) HR 12 september 2006, NJ 2007, 121 (Alibi) HR 15 mei 2007, NJ 2007, 387 (Promis I)

LeeswijzerNadat het onderzoek ter terechtzitting (zie week 41) is gesloten, trekt de rechtbankzich terug in raadkamer om te beraadslagen over het te wijzen vonnis(‘raadkameren’). Dat is althans het geval als de zaak wordt behandeld door demeervoudige kamer. Alleenzittende rechters, zoals de politierechter en dekantonrechter, hoeven zich niet terug te trekken maar kunnen direct mondeling vonniswijzen. De rechter(s) moet(en) zich in dit verband houden aan het beslissingsschemavan de artikelen 348 en 350 Sv. In deze week komen de voorvragen van artikel 348Sv alsook de hoofdvragen van artikel 350 Sv aan bod. Aan de hand van deze achtvragen moet de rechter beraadslagen. Op grond van de artikelen 348 en 350 Sv dienthij dit te doen op grondslag van de tenlastelegging (Corstens/Borgers 2014, hoofdstukXVI, par. 2) en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting (Corstens/Borgers2014, hoofdstuk XVI, par. 3). De vragen moeten bovendien worden behandeld in devolgorde die in artikelen 348 en 350 Sv is aangeduid (Corstens/Borgers 2014,hoofdstuk XVI, par. 4). Wat er precies wordt besproken tijdens de beraadslaging kanoverigens niet worden gecontroleerd in verband met het ‘geheim van de raadkamer’.Voor de duidelijkheid kan worden opgemerkt dat de artikelen 348 en 350 Svbetrekking hebben op de geheime beraadslaging en niet op het openbare onderzoek opde terechtzitting. De dwingende volgorde van de formele en materiële vragen is dusniet bepalend voor de wijze waarop het onderzoek ter zitting plaatsvindt; datonderzoek wordt beheerst door de regeling van artikel 268 e. Sv (zie week 41).Indien de rechter bij één van de formele vragen van artikel 348 Sv blijft steken,vermeldt artikel 349 lid 1 Sv welke einduitspraak hij moet doen (nietigheid van dedagvaarding, onbevoegdheid van de rechter, niet-ontvankelijkheid van de officier vanjustitie of schorsing der vervolging). Als de rechter blijft steken bij één van demateriële vragen van artikel 350 Sv, dan spreekt hij de verdachte vrij of ontslaat hemvan alle rechtsvervolging (artikel 352 Sv). Beantwoordt de rechter de eerste driemateriële vragen bevestigend, dan legt hij een straf of maatregel op (artikel 351 Sv;zie echter ook het rechterlijk pardon van artikel 9a Sr). Zie verder het in het werkboekopgenomen Schema beslissingen en einduitspraken en de toelichting hierop; u dientdit zorgvuldig te bestuderen! De eerste hoofdvraag van artikel 350 Sv - het bewijs vanhet ten laste gelegde feit - is vorige week al inhoudelijk behandeld.

Het beslissingsschema fungeert tevens als schema voor de inrichting van hetschriftelijke vonnis (zie artikel 357 e. Sv). Artikelen 358 en 359 Sv zijn de centraleartikelen in de regeling van het schriftelijke vonnis. Volgens artikel 358 lid 3 Sv moetde rechter aan verschillende verweren die ter terechtzitting door of namens deverdachte zijn gevoerd in het vonnis een uitdrukkelijke en gemotiveerde beslissingwijden, als hij het betreffende verweer verwerpt. Bewijsverweren worden nietgenoemd in dit voorschrift. De wetgever ging ervan uit dat de verdachte ingeval vanbewezenverklaring door de bewijsmiddelen voldoende antwoord op zijn verweer zoukrijgen. In de jurisprudentie is echter voor een aantal situaties uitzondering gemaaktop de hoofdregel dat bewijsverweren niet expliciet en gemotiveerd behoeven teworden weerlegd (zie o. arresten Heroïne in de dakgoot en Orthopedischschoenmaker). Sinds 1 januari 2005 wordt in artikel 359 lid 2, tweede volzin Svbepaald dat de rechter, indien hij in de beslissing afwijkt van standpunten dieuitdrukkelijk door de verdachte of de officier van justitie zijn onderbouwd, in hetvonnis in het bijzonder de redenen daarvoor opgeeft. Op grond van dit voorschriftmoet nu ook de bewijsbeslissing nader worden gemotiveerd, indien de rechter daarbijafwijkt van door de verdachte of de officier van justitie ingenomen ‘uitdrukkelijkonderbouwde standpunten’ (zie het arrest Alibi). Ook afgezien van deze‘responsieplichten’ in verband met verweren dient de rechter van oudsher volgens dewet verschillende beslissingen in zijn vonnis te motiveren. Dat geldt onder meer voorde bewezenverklaring en de straftoemeting (artikel 358 lid 2 jo. artikel 359 lid 2 Sv;zie in verband met de straf of maatregel ook artikel 359 lid 4-7 Sv). In het verledenwerd vaak met een niets- of weinigzeggende standaardmotivering volstaan. Met hetzogenaamde Promis-project wordt beoogd de gedachtegang van de rechter meerinzichtelijk te maken in het vonnis (zie het arrest Promis I). Aldus wordt een betereaansluiting met de functies van de rechterlijke motivering nagestreefd(Corstens/Borgers 2014, hoofdstuk XVI, par. 6).Er moet onderscheid worden gemaakt tussen het vonnis en de uitspraak(Corstens/Borgers 2014, hoofdstuk XVI, par. 16). Uiterlijk veertien dagen na hetsluiten van het onderzoek ter terechtzitting wordt in het openbaar uitspraak gedaan(artikel 362 Sv).

Trefwoorden Beslissingsschema van de artikelen 348 en 350 Sv Einduitspraken (artikelen 349, 351 en 352 Sv) Inhoud en motivering vonnis (artikelen 358-360 Sv) (Bewijs)verweren Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten

Zelfstudievragen

  1. De wetgever onderscheidt een achttal vragen die de rechter moet beantwoorden voor het geven van een eindbeslissing in een strafzaak. Welke vragen zijn dit en waar staan die in de wet?
  2. Dient de rechter zijn beslissingen op de formele vragen in het vonnis te vermelden?
  3. De verplichting om bepaalde beslissingen in het vonnis op te nemen en die beslissingen te motiveren heeft drie functies. Welke zijn dat?

Vragen 1. Kwalificeer het verweer.

Het verweer is een rechtvaardigingsgrond, overmacht idzv noodtoestandHet vonnis bevat die beslissing (358,3 Sv) en een motivering daarvan (359,2 1e zinjo. 358,3 Sv)

  1. Welke einduitspraak zal de rechter geven en dient hij zijn beslissing in het vonnis op te nemen en te motiveren? Geef de toepasselijke wetsartikelen.

De rechter zal voor vrijspraak gaan gaan, art. 352 lid 1 SV.De rechter dient dit te motiveren op grond van 359 lid 2 1e zin en dient het op tenemen in haar beslissing, 358 lid 3 SvOF is dit een bewijsverweer, art 359 lid 2 2e zin Sv

Casus CTijdens een gevecht op het Janskerkhof in Utrecht trekt Albert een mes en steektdaarmee Bertus, die ook met een mes zwaait, in de buik. Bertus overlijdt aan deverwonding. Albert staat terecht ter zake van doodslag. De tenlastelegging voldoet aande eisen van artikel 261 Sv en bevat een feitsomschrijving waarin alle bestanddelen vanartikel 287 Sr zijn verwerkt. De raadsman van Albert voert ter terechtzitting tweeverweren: 1. Albert had geen opzet om Bertus te doden.

  1. Albert handelde in noodweer.

VraagDe rechter acht geen van beide verweren aannemelijk. Moet hij de verwerping ervan inzijn vonnis uitdrukkelijk motiveren? Noem ook de relevante wetsbepalingen.

Albert trekt het bewijs in twijfel, echter neemt hij geen uitdrukkelijkonderbouwd standpunt in, art. 359 lid 2 2e zin SV. Dus de rechter kan dirverweer verwerpen zonder gemotiveerd een beslissing daaromtrent te nemen.

Ook geldt dit voor het rechtvaardigingsgrond, het is niet uitdrukkelijkvoorgedragen, of wel? Zo ja, dan bevat het vonnis die beslissing en eenmotivering daarvan. 358 lid 3 SV en 359 lid 2 1e zin j 358 lid 3 SV

Opdracht 2: Casus Burgemeester Zout (vervolg van week 42)Lees nogmaals de casus en beantwoord de opdracht schriftelijk en gemotiveerd.

Stel (anders dan in de opdracht van vorige week) dat de raadsvrouw ter zitting tweeverweren voert:I. De officier van justitie is niet ontvankelijk. Vanuit de politiek wordt voortdurend gelekt naar de media. In het algemeen worden dan geen pogingen door het OM ondernomen om het lek te achterhalen. Waarom wordt mijn cliënt dan wel vervolgd?II. Het bewijs is onvoldoende. De band waarop het vermeende telefoongesprek tussen de verdachte en de journalist van het Rotterdams Nieuwsblad is opgenomen, is verschillende keren gebruikt en daardoor erg onduidelijk.

Nota bene: Ga er bij het maken van de opdracht (ongeacht uw antwoord op deopdracht van vorige week) van uit dat het bewijs rechtmatig verkregen is.

OpdrachtU moet als rechter bij de rechtbank Rotterdam een beslissing nemen in deze zaak.Bespreek aan de hand van de artikelen 348 en 350 Sv tot welke uitspraak u zou komen.

  • Behandel alle formele en alle materiële vragen die in de artikelen 348 en 350 Sv aan de orde komen, uiteraard alleen voor zover de casus daarover informatie bevat.
  • Geef bij iedere beslissing aan of deze in het vonnis moet worden opgenomen en moet worden gemotiveerd.
  • Betrek in uw betoog de verweren van de raadsvrouw, kwalificeer die verweren en geef waar nodig een gemotiveerde beslissing op de verweren.

Formele vragen 348 sv

1 dagvaarding is voldoende feitelijk en niet innerlijk tegenstrijdig23 OvJ ontvankelijk 358 lid 3 349 359 lid 2 1e volzin 358 lid 3 j 349 359 lid 2 2e volzin  UOS4

Materiele vragen 350 sv

1234

Strafprocesrecht Opdrachten Wg 7 - Week 43 Beraadslaging, vonnis en motivering Literatuur en - Studeersnel (2025)
Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Ray Christiansen

Last Updated:

Views: 6174

Rating: 4.9 / 5 (49 voted)

Reviews: 80% of readers found this page helpful

Author information

Name: Ray Christiansen

Birthday: 1998-05-04

Address: Apt. 814 34339 Sauer Islands, Hirtheville, GA 02446-8771

Phone: +337636892828

Job: Lead Hospitality Designer

Hobby: Urban exploration, Tai chi, Lockpicking, Fashion, Gunsmithing, Pottery, Geocaching

Introduction: My name is Ray Christiansen, I am a fair, good, cute, gentle, vast, glamorous, excited person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.